Verzamelinkomen

Het verzamelinkomen is het totaal van de inkomsten uit de drie verschillende boxen. Dit is uiteindelijk het bedrag waarover je belasting dient te gaan betalen. Wel kun je van het verzamelinkomen nog bepaalde kosten aftrekken.

De verschillende belastingboxen

Wanneer je de aangifte inkomstenbelasting gaat invullen, dan zal je zien dat je met 3 verschillende boxen te maken krijgt.

1. Inkomen uit werk en woning
2. Inkomen uit aanmerkelijk belang
3. Opbrengsten uit sparen en beleggen

Iedereen heeft inkomsten in box 1. Of je nu werkt of een uitkering ontvangt. Uitkeringen vallen namelijk ook in box 1. Box 2 is voor veel minder mensen relevant. Je dient dan minimaal 5% van de aandelen van een bedrijf te bezitten. Bij box 3 dien je een hoger vermogen te bezitten dan de vermogens vrije voet, om het inkomen uit deze box op te tellen bij het verzamelinkomen.

Voor het aanvragen van toeslagen wordt er vaak verwezen naar het begrip toetsingsinkomen. Het toetsingsinkomen is gelijk aan het verzamelinkomen.

In mindering brengen van aftrekposten

Sommige aftrekposten zijn box gebonden. Zo vermindert de betaalde hypotheekrente, in de vorm van renteaftrek, bij een eigen woning de inkomsten uit box 1. 

Andere aftrekposten breng je in mindering op het verzamelinkomen. Deze kosten zijn namelijk niet box gebonden. Dit zijn:

• Ziektekosten
• Studiekosten
• Lijfrentepremies
• Schenkingen

Uiteindelijk zal je na aftrek van deze kosten het belastbare inkomen overhouden, wat het inkomen is waarover belasting wordt berekend. Ook de eigen bijdrage voor de ziektekostenverzekering wordt op basis van dit bedrag bepaald.

Om in aanmerking te komen voor een van deze aftrekposten dien je doorgaans wel aan strenge voorwaarden te voldoen. Je kunt niet zonder meer alle kosten aftrekken. Er is bijna altijd sprake van een drempel, waarboven je de kosten pas mag aftekken.

Bij aftekposten dien je goed te beoordelen welke kosten je wel en welke kosten je niet mag aftrekken. Het inschakelen van een belastingadviseur kan op dit gebied raadzaam zijn.

Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt op een enigszins vreemde manier berekend. Het gaat namelijk niet om hoeveel inkomen je echt hebt ontvangen, maar om het vermogen dat je bezit. Over dit vermogen wordt dan verondersteld dat je een zeker rendement behaald. 

Op basis van dit veronderstelde rendement wordt dan belasting berekend.

De belasting voor deze inkomsten bedraagt op dit moment 31%. Inkomsten uit sparen en beleggen zijn dus niet belast volgens de standaard progressieve tarieven. In onze opinie is dit een vreemde benadering. Je gaat toch ook niet het salaris van iemand op basis van een fictief salaris vaststellen? Op onze website kan je meer lezen omtrent dit thema.

Ook bij box 2 is er geen sprake van een progressief tarief. Het belastingpercentage bij deze box bedraagt 26,90%.

Dien je toeslagen mee te tellen?

Toeslagen blijven buiten beschouwing. Indien deze zouden worden meegeteld dan ontstaat er een onwerkbare berekening. Een toeslag zou dan het verzamelinkomen verhogen, waardoor je opeens geen recht meer hebt op de toeslag. 

Maar als de toeslag dan wordt stopgezet, dan heb je er misschien wel weer recht op. Er ontstaat hierdoor een circulaire berekening die niet uit te voeren is.